Identiteit & Imago

Identiteit en imago zijn 2 zijden van 1 medaille. De identiteit van een organisatie, oftewel het karakter en de manier van werken (het zijn en doen), heeft een grote invloed op het imago (beeldvorming: hoe ziet een ander ons?). Daarbij is niet alleen de bestaande beeldvorming van belang, maar ook het gewenste imago en reputatie: de manier waarop de organisatie zich wil profileren, respectievelijk wat ze graag zou willen zijn en uitstralen.

Wees eerlijk

Alleen bij een goed beleid en goede communicatie zal het imago overeenkomen met de gewenste identiteit. Indien de communicatie niet aansluit bij het beleid heeft dit een zeer negatief effect op het imago. Als een vereniging communiceert een jonge, actieve groep te zijn met tal van interessante gezinsactiviteiten, maar in de praktijk blijkt dat er slechts maandelijks gefietst en gekleurenwiesd wordt, ontstaat onherroepelijk het beeld dat de club slecht functioneert. Geloofwaardigheid is hier van heel groot belang!

Onderzoek naar het imago of de reputatie van je vereniging brengt, behalve je naamsbekendheid, in kaart welk beeld de buitenwereld (potentiële leden, andere verenigingen, bevolking, pers) van je vereniging heeft. Voor je begint, is het goed om te weten wat je huidig imago is: Hoe zien potentiële leden je organisatie? Staat je kwb bekend als een jonge club, of ziet de buitenwereld jullie eerder als een gevestigde en sociale vereniging? En spoort dat met je eigen beeld?

Het imago dat je kwb-afdeling heeft, bepaalt mee hoe effectief je nieuwe leden kan werven. Niemand sluit zich aan bij een organisatie die als gesloten of oubollig te boek staat.

Met de Osgood-schaal

Een makkelijke manier om uw imago in kaart te brengen, is het hanteren van de zogenaamde Osgood-schaal. In deze schaal worden woordparen met tegengestelde betekenissen tegenover elkaar gezet. In de eerste kolom zet je woorden waarvan je vindt dat ze je eigen kwb goed omschrijven. Je geeft hiermee je gewenste imago aan. Daarnaast zet je in de meest rechtse kolom tegengestelde woorden. Hiermee geef je dan het slechtst mogelijke imago aan. Tussen deze kolommen staan vijf vakjes waarin de ondervraagde zijn mening kan geven, door in een van de vakken een kruisje te zetten. Hoe meer kruisjes in de vakjes dichtbij de positieve omschrijving, hoe beter je kwb-afdeling scoort. Als alle kruisjes in de middelste vakken staan, is het duidelijk dat de ondervraagde niet weet waar je kwb voor staat.

Osgood-schaal

Laat deze of de door jou aangepaste Osgood-schaal invullen door verschillende groepen binnen je kwb (bestuur, vrijwilligers, leden).
Laat de schaal ook invullen door verschillende partijen in de buitenwereld waarmee je kwb een relatie heeft of wil. Denk aan: andere verenigingen waarmee je samenwerkt (of wil samenwerken), potentiële leden, lokale persmensen, een aantal willekeurige personen…

Inventariseer & pas aan

Bekijk per verschillende groep de resultaten. Let daarbij op verschillen en overeenkomsten tussen groepen, maar ook binnen groepen. Bedenk daarbij dat veel verschillende meningen over een bepaald woordpaar niet betekenen dat mensen het niet weten, maar dat uw imago op dat punt onduidelijk is. Bedenk ook wat het betekent als je kwb bij een bepaalde groep vooral een positief imago heeft en bij een andere groep geen imago of een negatief imago.

Bespreek de uitkomsten achteraf in een werkgroep. Hou je daar vooral bezig met de vraag wat de betekenis is van de uitkomsten voor je strategie: moet eerst jullie imago aangepakt worden, of kan je juist meer gebruik maken van een zeer goed imago? En als er iets moet veranderen, wat dan? En hoe kan je dat inpassen in je beleid en communicatie?